elektriciteit vragenreeks 17
Transformatoren (2)
VRAAG1
Juist of fout?
De resulterende magnetische flux in de kern van een belaste transformator is gelijk aan de nullastflux, en deze blijft constant zolang de netspanning constant blijft.

VRAAG2
Juist of fout?
De transformatieverhouding (k) bepaal je door de primaire spanning te delen door de secundaire spanning.

VRAAG3
Juist of fout?
Over een transformatorwikkeling met veel windingen staat een hoge spanning en er vloeit een grote stroom door.
VRAAG4
Juist of fout?
De transformatieverhouding (k) kan je bepalen door de primaire stroom te delen door de secundaire stroom.

VRAAG5
Juist of fout?
Omdat er geen sprake is van het joule-effect is er geen vermogenverlies bij praktische transformatoren.

VRAAG6
Juist of fout?
Ondanks de lamellering van het kernmateriaal treden er toch wervelstroomverliezen op bij praktische transformatoren.

VRAAG7
Juist of fout?
Met koperverliezen bedoelen we de joule-verliezen als gevolg van de ohmse weerstand van de transformatorwikkelingen.
VRAAG8
Juist of fout?
Bij wisselende magnetisatie van de transformatorkern treden hysteresis-verliezen op die samen met de wervelstroomverliezen de ijzerverliezen worden genoemd.

VRAAG9
Juist of fout?
Door de transformatorkern te lamelleren kunnen we de koperverliezen beperken.
VRAAG10
Juist of fout?
Energietransformatoren voor transport en distributie van elektriciteit bezitten een omzettingsrendement van ca. 75%.
