elektriciteit vragenreeks 19
GELIJKSTROOMTHEORIE: elektromagnetische inductie (2)
VRAAG1
Juist of fout?
Is een fluxverandering een gevolg van beweging, dan spreken we van een genduceerde inductiespanning.
VRAAG2
Juist of fout?
Het zelfinductieverschijnsel treedt op in ketens met spoelen waarin een constante stroom vloeit.
VRAAG3
Juist of fout?
Wanneer we een sterk inductieve spoel aansluiten op een gelijkspanningsbron, dan ontstaat er een zelfinductiespanning tijdens het
openen van de keten.
VRAAG4
Juist of fout?
Een spoel met een zelfinductiecofficint van 1 H wekt een zelfinductie-spanning op van 1 V bij een stroomverandering van 1 A in 1 s.
VRAAG5
Juist of fout?
De zelfinductiecofficint van een spoel is afhankelijk van het kwadraat van het aantal windingen.
VRAAG6
Juist of fout?
Elke spoel kan elektrische energie opslaan via het magnetische veld.
VRAAG7
Juist of fout?
We spreken van sterk inductieve ketens als er zich in deze ketens spoelen bevinden met kleine zelfinductiecofficinten.
VRAAG8
Juist of fout?
Telkens we een inductievrije keten onderbreken, bemerken we sterke vonkvorming tussen de contacten van de onderbrekende schakelaar.
VRAAG9
Juist of fout?
Wederzijdse inductie ontstaat bij magnetisch gekoppelde kringen.
VRAAG10
Juist of fout?
Een transformator werkt op het principe van wederzijdse inductie.