vragenreeks 1
GOLVEN & TRILLINGEN: begrippen
VRAAG1
Juist of fout?
Golven ontstaan wanneer er een soort verstoring optreedt.
VRAAG2
Juist of fout?
Wanneer een bron geen trillingen opwekt, kunnen er toch golven ontstaan.
VRAAG3
Juist of fout?
Een trilling is het heen en weer bewegen van een deeltje om een evenwichtsstand.
VRAAG4
Juist of fout?
Een golf is een kettingreactie van trillende deeltjes die elkaar aan het trillen brengen.
VRAAG5
Juist of fout?
De amplitude van een golf is de afstand van de top tot het dal.
VRAAG6
Juist of fout?
Vermenigvuldigen we de golflengte met de periodetijd dan krijgen we de snelheid van de golf.
VRAAG7
Juist of fout?
Als een bron een harmonische trilling uitvoert in een middenstof, zal die trilling zich uitbreiden en zal na enige tijd elk
deeltje van die middenstof een harmonische trilling uitvoeren met een bepaalde amplitude maar met een verschillende
frequentie als die van de bron.
VRAAG8
Juist of fout?
Bij eendimensionale en ongedempte golven is de amplitude overal dezelfde. In alle andere gevallen neemt de amplitude
af als we ons van de bron verwijderen.
VRAAG9
Juist of fout?
De reciproke van de frequentie is de periodetijd van de trilling en dit getal geeft aan hoeveel tijd er nodig is om juist één
cyclus te beschrijven.
VRAAG10
Juist of fout?
De propagatie van een mechanische golf is niet afhankelijk van het medium waar hij doorheen reist.