vragenreeks 2
GOLVEN & TRILLINGEN: soorten golven
VRAAG1
Juist of fout?
Om de golfsnelheid te kunnen bepalen heb je de golflengte en de amplitude nodig.
VRAAG2
Juist of fout?
Een golf op een touw is een voorbeeld van een ééndimensionale mechanische golf.
VRAAG3
Juist of fout?
Eenvoudige harmonische oscillaties veroorzaken altijd sinusvormige golven.
VRAAG4
Juist of fout?
Mechanische golven hebben geen middenstof (medium) nodig om zich te kunnen voortplanten.
VRAAG5
Juist of fout?
Radiogolven hebben een middenstof (ether) nodig om zich te kunnen voortplanten.
VRAAG6
Juist of fout?
Bij een transversale mechanische golf staat de richting waarin de golven zich voortplanten loodrecht op de trilrichting
van de deeltjes.
VRAAG7
Juist of fout?
Bij een longitudinale mechanische golf is de richting waarin de golven zich voortplanten niet dezelfde als de trilrichting
van de deeltjes.
VRAAG8
Juist of fout?
Bij longitudinale golven ontstaan verdichtingen en verdunningen in de middenstof (medium).
VRAAG9
Juist of fout?
Een geluidsgolf is een voorbeeld van een transversale golf.
VRAAG10
Juist of fout?
Een golf op een touw is een voorbeeld van een tweedimensionale golf.