elektriciteit vragenreeks 3

BASISKENNIS: wet van Faraday - wet van Ohm

VRAAG1
Juist of fout?
We kunnen maar spreken van hoeveelheid elektriciteit (lading) als er een bepaalde tijd een elektrische stroom vloeide.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG2
Juist of fout?
De hoeveelheid elektriciteit (lading) is de grootheid die een kWh-meter aangeeft.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG3
Juist of fout?
Met een A-meter en een V-meter kunnen we de hoeveelheid elektriciteit (lading) bepalen.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG4
Juist of fout?
Als er een gekende stroom door een verbruiker vloeit en de verplaatste hoeveelheid elektriciteit (lading) is gekend, dan kunnen we de tijd in seconden bepalen.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG5
Juist of fout?
Weerstand is de constante verhouding tussen spanning en stroomsterkte.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG6
Juist of fout?
De stroomzin in een elektrische stroomkring wordt met een pijl volgens de elektronenstroomzin aangeduid.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG7
Juist of fout?
Om de stroomsterkte in een kring te verhogen, kunnen we de spanning opdrijven.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG8
Juist of fout?
De SI-eenheid voor spanning is de ampère (A). 
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG9
Juist of fout?
Elektrische lading drukken we uit in coulomb (C).
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG10
Juist of fout?
Een spanning van 1 mV toegepast op een weerstand van 1 geeft een stroomsterkte van 1 A.
a) juist
b) fout
c) geen idee

Studietips

Neem de cursus eerst grondig door alvorens aan de vragenreeksen te beginnen!

Leer de correcte antwoorden niet uit het hoofd!

Ga na waarom een uitspraak juist of fout is!