elektriciteit vragenreeks 5
BASISKENNIS: vermogen - arbeid - rendement (2)
VRAAG1
Juist of fout?
Bij een toestel met een hoog rendement zal er een groot deel van de energie nuttig gebruikt worden.
VRAAG2
Juist of fout?
Om het rendement van een toestel te berekenen, moet het nuttig en toegevoerd vermogen in dezelfde eenheid uitgedrukt zijn.
VRAAG3
Juist of fout?
Omdat het nuttig vermogen steeds groter is dan het toegevoerd vermogen, is het rendement altijd kleiner dan 100%.
VRAAG4
Juist of fout?
Naarmate een elektrische motor warmer wordt, zal het rendement toenemen.
VRAAG5
Juist of fout?
Om het vermogen van een ohmse verbruiker te kunnen meten met alleen een A-meter, moet de spanning constant en gekend zijn.
VRAAG6
Juist of fout?
Om de elektrische arbeid te berekenen, moeten we het vermogen delen door de spanning.
VRAAG7
Juist of fout?
We gebruiken het joule-effect nuttig bij koperen elektriciteitsleidingen.
VRAAG8
Juist of fout?
Als de stroomsterkte door een weerstand verdubbelt, zal het joule-effect ook verdubbelen.
VRAAG9
Juist of fout?
Primaire energie is energie die in de natuur voorkomt en nog geen omzettingen heeft ondergaan.
VRAAG10
Juist of fout?
Een voornaam voordeel bij gebruik van elektrische energie is dat deze energievorm gemakkelijk om te zetten is in andere energievormen.