elektronica vragenreeks 6
COMPONENTEN : thyristoren
VRAAG1
Wanneer kleine vermogens dienen doorgeschakeld te worden, maken we geen gebruik van transistoren maar
van thyristoren.
VRAAG2
Een éénrichtingsthyristor (SCR) kan je opvatten als een stuurbare diode of stuurbare gelijkrichter.
VRAAG3
Een SCR dooft wanneer de anodestroom daalt tot onder de zogenaamde houdstroom.

VRAAG4
Bij polarisatie in sper kan de SCR niet ontsteken, zelfs wanneer je een gatestroom injecteert.
VRAAG5
Een SCR op AC-regime gedraagt zich als een soort impulsschakelaar: eenmaal geactiveerd, blijft de belasting
(zonder extra maatregelen) ingeschakeld.
VRAAG6
Een SCR op AC-regime bij ohmse belasting, dooft automatisch tijdens de nuldoorgang: we spreken van 'natuurlijke commutatie'.

VRAAG7
Wanneer we het vermogen van een verwarmingselement controleren met een SCR, dan is maximaal de helft van het nominale vermogen beschikbaar.
VRAAG8
Een TRIAC kan zowel met een positieve als een negatieve ontsteekstroom worden getriggerd.
VRAAG9
Wordt over de elektroden MT1 en MT2 een spanning aangesloten, maar vloeit er geen gatestroom, dan zal de
TRIAC toch kunnen ontsteken.
VRAAG10
Fase-aansnijding is het schakelprincipe voor wisselspanning waarmee het vermogen van een belasting kan
worden gereduceerd.