elektriciteit vragenreeks 7
BASISKENNIS: serieschakeling van weerstanden
VRAAG1
Juist of fout?
In een seriekring is de stroom overal gelijk.
VRAAG2
Juist of fout?
Drie weerstanden staan in serie.
Over de kleinste weerstand staat de grootste deelspanning.
VRAAG3
Juist of fout?
Een serieschakeling van vier verbruikers is aangesloten op een accu van 12 volt.
Alle verbruikers hebben een weerstand van 10 Ω.
Over elke verbruiker staat een deelspanning van 3 volt.
VRAAG4
Juist of fout?
We kunnen een LED tegen overspanning en overstroom beschermen door in serie een geschikte voorschakelweerstand te plaatsen.
VRAAG5
Juist of fout?
We kunnen het meetbereik van een ampèremeter uitbreiden door in serie een voorschakelweerstand aan te sluiten.
VRAAG6
Juist of fout?
De twee buitenste klemmen van een potentiometer sluiten we aan op een 10V-accu.
De loper staat in de helft en we sluiten een V-meter aan op de loper en een buitenste klem.
We meten een spanning van 10 volt.
VRAAG7
Juist of fout?
Bij een serieschakeling van weerstanden is de stroomsterkte die de bron levert groter dan de stroomsterkte door één van de weerstanden.
VRAAG8
Juist of fout?
Bij een serieschakeling mogen we de volgorde van de weerstanden niet wijzigen omdat dit een effect heeft op de totale stroomsterkte.
VRAAG9
Juist of fout?
Wanneer we bij een seriekring van vier weerstanden één weerstand wijzigen, dan zullen de deelspanningen over de ongewijzigde weerstanden constant blijven.
VRAAG10
Juist of fout?
Bij een serieschakeling verdeelt de spanning zich recht evenredig met de waarde van de betrokken weerstand.