elektriciteit vragenreeks 8

BASISKENNIS: parallelschakeling van weerstanden

VRAAG1
Juist of fout?
In een parallelketen is de spanning overal gelijk.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG2
Juist of fout?
Twee weerstanden van 100 ohm staan parallel.
De vervangingsweerstand is 50 ohm.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG3
Juist of fout?
Vier weerstanden van 4 ohm staan parallel.
De vervangingsweerstand is 2 ohm.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG4
Juist of fout?
Een parallelschakeling van drie weerstanden is aangesloten op een batterij van 4,5 volt. Doorheen de grootste weerstand vloeit de kleinste stroom.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG5
Juist of fout?
De vervangingsweerstand van een parallelschakeling van twee weerstanden is steeds kleiner dan de kleinste weerstand.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG6
Juist of fout?
Je kan het meetbereik van een voltmeter uitbreiden door parallel over de meter een shuntweerstand te plaatsen.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG7
Juist of fout?
Als een lamp van een luchter stukgaat, zullen de andere lampen blijven branden en de vervangingsweerstand wordt kleiner.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG8
Juist of fout?
De spanning die men op een reeks verschillende parallel geschakelde weerstanden maximaal mag toepassen, is die van de weerstand met de grootste nominale spanningswaarde.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG9
Juist of fout?
Als men in een luchter 6 lampen van 60 W vervangt door 6 lampen van 100 W zal de vervangingsweerstand stijgen.
a) juist
b) fout
c) geen idee
VRAAG10
Juist of fout?
Hoe meer weerstanden we parallel schakelen, hoe kleiner de vervangingsweerstand.
a) juist
b) fout
c) geen idee

Studietips

Neem de cursus eerst grondig door alvorens aan de vragenreeksen te beginnen!

Leer de correcte antwoorden niet uit het hoofd!

Ga na waarom een uitspraak juist of fout is!