elektriciteit vragenreeks 8

WISSELSTROOMTHEORIE : Vermogen & arbeidsfactor (2)

VRAAG1
Juist of fout?
Hoe kleiner de fasehoek bij een zelfde schijnbaar vermogen S, hoe groter het actief vermogen P.
Juist
Fout
Geen idee
VRAAG2
Juist of fout?
Om bij eenzelfde spanning een zelfde actief vermogen te leveren, is naarmate de arbeidsfactor lager is, de stroomsterkte in dezelfde mate groter.
Juist
Fout
Geen idee
VRAAG3
Juist of fout?
Een installatie met een AF = 1 is bekabeld met Cu-draad van 1,5 mm². Na een aanpassing van deze installatie verslechtert de arbeidsfactor tot 0,35. De installatie kan zonder meer in dienst blijven.
Juist
Fout
Geen idee
VRAAG4
Juist of fout?
Met een zelfde maximaal schijnbaar vermogen kan een groter actief vermogen geleverd worden naarmate de arbeidsfactor groter is.
Juist
Fout
Geen idee
VRAAG5
Juist of fout?
Bij een te lage arbeidsfactor zullen de generator en de toevoer-leidingen van een elektriciteitscentrale volledig belast zijn bij een kleiner actief geleverd vermogen.
Juist
Fout
Geen idee
VRAAG6
Juist of fout?
Door een condensator parallel te schakelen op een inductieve verbruiker levert het distributienet een zelfde actief vermogen met een grotere stroom.
Juist
Fout
Geen idee
VRAAG7
Juist of fout?
Een smoorspoel bezit een zeer grote zelfinductiecoëfficiënt en is daarom een zeer inductieve belasting voor het distributienet.
Juist
Fout
Geen idee
VRAAG8
Juist of fout?
Alle zijden van de vermogendriehoek worden uitgedrukt in 'watt'.
Juist
Fout
Geen idee
VRAAG9
Juist of fout?
We kunnen de arbeidsfactor meten van een verbruiker die we aansluiten op een gelijkspanningsnet.
Juist.
Fout.
Geen idee
VRAAG10
Juist of fout?
Een kWh-meter meet het schijnbaar vermogen.
Juist
Fout
Geen idee

Studietips

Neem de cursus eerst grondig door alvorens aan de vragenreeksen te beginnen!

Leer de correcte antwoorden niet uit het hoofd!

Ga na waarom een uitspraak juist of fout is!